Wat en hoe?

Veel relatief nieuwe auto's hebben dagrijverlichting of automatische verlichting en die houden geen rekening met mist. Het probleem met dagrijverlichting is dat het vaak alleen de voorlampen betreft. Als het mistig is, is zo'n auto van achteren slecht tot niet zichtbaar.

Automatische verlichting gaat bij mist helemaal niet aan. Het is immers licht buiten. Ook daarmee ben je dus zeer slecht zichtbaar. Het is verstandig om vooraf te weten waar in jouw auto de mistverlichting zit, zodat je deze tijdig aan- en uit kan zetten.

Wanneer?

Het mistachterlicht mag pas aan als het zicht zeer slecht is. De afstand met je voorganger kan je makkelijk meten door te letten op een hectometerpaaltje. Deze paaltjes geven de afstand van 100 meter aan, dus als je vanaf het ene paaltje het volgende niet meer ziet, is dat een indicatie om je mistachterlicht aan te zetten.

Deze verlichting mag je echter niet zomaar altijd aanzetten, want dat kan voor verwarring en ergernis zorgen bij je medeweggebruiker. Maar, wanneer is het wel toegestaan je mistverlichting te gebruiken?

- Bij minder dan 200 meter zicht op een snelweg mag je de mistlampen aan de voorkant aan doen.

- Bij minder dan 50 meter zicht op een snelweg mag je de mistlampen aan de achterkant aan doen.

Het is wel belangrijk dat je de mistlampen weer uitzet wanneer de mist opklaart. Het kan je een boete opleveren als je onnodig met mistlampen rijdt. > lees meer

Spitsstroken

Soms is het zicht op de spitsstrook onvoldoende voor onze camera's, zoals bij mist en sneeuw. Veiligheid van de weggebruiker blijft de eerste prioriteit. Daarom blijven spitsstroken in dat geval dicht, ook al is het druk op de weg. We kunnen het verkeer dan niet voldoende in de gaten houden om de veiligheid te waarborgen.

Rijkswaterstaat raadt weggebruikers aan om bij mist en slecht zicht je rijstijl aan te passen, voldoende afstand te houden en niet onnodig te gaan remmen. Houd daarom ook goed de weer-en verkeersdiensten in de gaten voor de actuele situatie.

Regen

Door regen kan de weg plotseling verraderlijk glad worden. Ook is er een risico op aquaplaning waardoor uw auto tijdelijk onbestuurbaar wordt. Houd daarom tijdens regenbuien genoeg afstand op uw voorganger en rijd niet te hard. Maak uw schoenzolen ook droog voordat u gaat autorijden. Met natte schoenen kunt u sneller van de pedalen glijden. Dit zorgt voor gevaarlijke situaties en verhoogt de kans op een aanrijding.


> bekijk hier alle soorten banden

bron: Rijkswaterstaat Verkeersinfo